Dry Needling
Wat is dry needling?
Dry Needling is een onderdeel van het fysiotherapeutisch (be)handelen en wordt toegepast in aanvulling op de normale fysio- of manueel therapeutische behandeling. Dry needling is een relatief nieuwe behandelmethode van de fysiotherapeut. Door middel van een speciale techniek worden spieren aangeprikt en raken op die manier gerpikkeld en dit leidt tot ontspanning. Dry needling gebruikt een ‘droge’ (dry) acupunctuurnaald en gaat dus niet gepaard met vloeistof inspuiten. Dry needling is gebaseerd op Westerse anatomische en neurofysiologische principes en moet dus niet verward worden met acupunctuur. Bij acupunctuur worden vaak oppervlakkig meerdere naalden in het lichaam gezet, die daar enige tijd blijven zitten en invloed hebben op de ‘energie’ in het lichaam. Bij dry needling wordt meestal één naald gebruikt, waarmee kortdurend in de spier wordt geprikt. Dry needling werkt op specifieke punten, de zogenaamde ‘triggerpoints’ en is dus geen energiebehandeling.
Wat doet de fysiotherapeut?
Binnen de behandeling door de fysiotherapeut kan, als onderdeel, het deactiveren van actieve triggerpoints een rol spelen. In het concept van myofasciale diagnostiek zal middels een milde druk de voor de patiënt herkenbare pijnpunten worden opgespoord. Er wordt dus specifiek gezocht naar de bewuste triggerpoints. Precies die plaatsen zal de fysiotherapeut gaan aanprikken om de spieren te ontspannen. De steriele naaldjes die voor Dry Needling gebruikt worden zijn voor eenmalig gebruik, ze zijn dun. De therapeut voelt eerst waar het triggerpoint zich bevindt, waarna het naaldje in de tube snel door de huid wordt getikt. Dit is nagenoeg pijnloos. Daarna brengt de therapeut het naaldje door de spier naar het triggerpoint toe.
Volgens de wet BIG is triggerpoint Dry Needling geen voorbehouden handeling. Fysiotherapeuten in Nederland, die daarvoor een relevante vervolg opleiding hebben gevolgd, mogen deze vorm van behandeling toe te passen. Bij onze praktijk is dat Dieneke Melissen.
Hoe werkt dry needling?
Een triggerpoint zorgt ervoor dat in de betreffende spier een strakke band ontstaat, een verharding. Het triggerpoint is voelbaar als het meest pijnlijke punt in deze strakke band. De spier kan minder goed functioneren door deze plaatselijke verkramping: naast pijn kunnen ook zwakte en verlies van coördinatie ontstaan. Door in het triggerpoint te prikken met een naaldje, wordt een “Local Twitch Response” (LTR) opgewekt. Dit is een onwillekeurige samentrekking van de spiervezels (segmentale reflex), die ervoor zorgt dat de spier meteen ontspant en de spierstofwisseling gaat herstellen. Hierdoor verdwijnt het pijnlijke gebied dat door het triggerpoint veroorzaakt werd.